DE GESCHIEDENIS VAN DE A’DAM
Het begon in 1971, toen het gebouw nog de naam ‘Toren Overhoeks’ had. Het gebouw aan het IJ direct achter het Centraal Station, was ooit deel van een complex met laboratoria, kantoren en andere gebouwen. Toen de gemeente besloot het gebied voor zowel zakelijk gebruik als voor particuliere bewoning te ontwikkelen, veranderde deze toren bijna van de ene op de andere dag in een toplocatie aan het water.
De nieuwe naam A’DAM is de afkorting van Amsterdam en staat ook voor ‘Amsterdam Dance and Music’, een verwijzing naar de bedrijven van de eigenaren en hoofdhuurders. Het gebouw bestaat uit kantoren, een hotel, bars, een club, restaurants en natuurlijk het populaire observatiedesk.
“We wilden dat het gebouw een soort festival zou zijn, een belevenis,” legt De Rooij uit. Er was twee jaar van renovaties nodig om het jaren zeventig interieur te transformeren in een stijlvol en duurzaam design. “We hadden met aardig wat uitdagingen op het gebied van logistiek, brandveiligheid, ventilatie en elektronica te maken,” voegt De Rooij toe.
Oorspronkelijk was de A’DAM een monofunctionele bedrijfstoren voor 350 werknemers. Tegenwoordig is het een multifunctioneel gebouw, dat dagelijks door zo’n 3000 mensen wordt bezocht – bijna 10 keer zoveel als vroeger. Om deze bezoekersaantallen te kunnen behappen is de hulp van KONE ingeroepen.
‘Out of the box’ oplossingen
“De wensen van de klant waren nogal ongebruikelijk,” geeft Mike de Wit, project manager bij KONE toe. “De ontwikkelaars wilden veel creatieve ideeën uitgevoerd zien. Daarnaast natuurlijk het feit dat zoveel meer mensen dit gebouw zouden gaan gebruiken en dat er relatief weinig liften waren. Het was een uitdaging, we moesten echt met ‘out of the box’ oplossingen komen voor dit project.”
De eerste stap was om het aantal beschikbare liften uit te breiden. Eerder zaten er maar vier liften in het midden van de toren om naar alle verdiepingen te gaan. Nu zijn er vijf liften in het midden, vooral om mensen te vervoeren. Nog eens vijf extra liften zijn toegevoegd aan de randen van het gebouw, waarmee de parkeerplaats, de club en de kelder bereikt kunnen worden en daarnaast zijn er nog twee kleine liften voor de keuken.
Geen enkele lift in dit gebouw is hetzelfde, de openbare liften kregen verschillende thema’s. Zo werd bijvoorbeeld de discolift ontworpen - met de grote discobal aan het plafond en de felle kleuren waan je je even terug in de jaren 70. In weer een andere klinkt juist rustgevende muziek en veranderen de kleuren van de wanden tijdens de rit. In één lift zijn grote foto’s en kunstafbeeldingen te zien en in weer een andere zijn songteksten geprint op de wanden. Niets was te gek. En ook aan de details is gedacht, zo hebben de liftknopjes dezelfde ruitvorm gekregen als het A’DAM logo.
Om de verplaatsing van mensen binnen de toren soepel te laten verlopen zijn de People Flow Intelligence (PFI) systemen van KONE ingezet. Zo is het Access and Destination Control systeem in het gebouw geïntroduceerd, waardoor de liften zo min mogelijk stoppen. De gebruikers hebben toegangspasjes gekregen waarmee ze alleen naar bepaalde verdiepingen kunnen gaan. Met behulp van het monitoring systeem worden vervolgens de gebruikspatronen en andere relevante data vastgelegd.
“We analyseren deze gegevens regelmatig en bespreken ze maandelijks met de ontwikkelaars. Op die manier kunnen we waar nodig verbeteringen doorvoeren,” zegt De Wit. “Het was een fantastische uitdaging met een resultaat waar we met z’n allen trots op zijn!”